De zon begint wat vaker te schijnen, de dagen worden langer en de vakantiekriebels steken de kop op. Voor miljoenen Nederlanders is dit ook de periode waarin ze reikhalzend uitkijken naar een van de fijnste financiële extraatjes van het jaar: het vakantiegeld. Het is dat welverdiende duwtje in de rug dat een zomervakantie, een nieuwe loungeset voor in de tuin of het aflossen van een schuld net wat makkelijker maakt. Maar de meest prangende vraag die elk voorjaar weer opduikt is: wanneer wordt het vakantiegeld nu eigenlijk uitbetaald?
Het antwoord lijkt simpel, maar in de praktijk zijn er nogal wat regels, uitzonderingen en details waar je rekening mee moet houden. In deze complete gids duiken we diep in de wereld van de vakantiebijslag. We bespreken niet alleen de uitbetaaldatum, maar ook hoe het wordt berekend, waarom je netto minder overhoudt dan je misschien hoopt en wat je rechten zijn in verschillende situaties. Na het lezen van dit artikel weet je precies waar je aan toe bent en kun je met een gerust hart je vakantieplannen maken.
De Grote Vraag: Wanneer staat het vakantiegeld op mijn rekening?
Laten we maar meteen met de deur in huis vallen. Voor de meeste werknemers in loondienst is de regel eenvoudig: het vakantiegeld wordt uitbetaald in mei of juni. De Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WMMV) schrijft voor dat de vakantiebijslag ten minste eenmaal per kalenderjaar moet worden uitbetaald, en wel uiterlijk in juni.
De exacte datum hangt af van de afspraken die binnen jouw bedrijf of sector gelden. De meeste werkgevers kiezen ervoor om het vakantiegeld tegelijk met het salaris van mei over te maken. Dit betekent dat je het bedrag meestal tussen 20 en 25 mei op je rekening kunt verwachten. Andere bedrijven kiezen ervoor om het apart over te maken, eind mei of begin juni.
Waar vind ik de precieze datum?
Wil je weten wat de exacte datum voor jou is? Dan zijn er een paar plekken waar je dit kunt controleren:
- Je arbeidsovereenkomst: Vaak staat hierin een clausule over de uitbetaling van de vakantiebijslag.
- De cao (collectieve arbeidsovereenkomst): Als jouw bedrijf onder een cao valt, zijn de afspraken over het vakantiegeld hierin vastgelegd. Dit document is leidend.
- Het personeelshandboek: Grotere bedrijven hebben vaak een handboek waarin dit soort praktische zaken worden toegelicht.
- Vraag het na bij HR of je leidinggevende: Een simpele vraag bij de personeelsafdeling of je baas geeft vaak het snelste en duidelijkste antwoord.
Hoewel de wet dus een deadline stelt in juni, is de praktijk dat de overgrote meerderheid van de werkgevers in mei betaalt. Dit heeft een praktische reden: het geeft werknemers de tijd om hun zomervakantie te boeken en te betalen.
Hoe wordt mijn vakantiegeld eigenlijk berekend? De 8% regel

Het vakantiegeld is wettelijk vastgesteld op minimaal 8% van je bruto jaarsalaris. In sommige cao’s kan dit percentage hoger liggen, bijvoorbeeld 8,33% (wat neerkomt op een volledige dertiende maand), maar het mag nooit lager zijn dan 8%.
De opbouwperiode voor dit bedrag loopt meestal van 1 juni van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het huidige jaar. Als je het hele jaar bij dezelfde werkgever hebt gewerkt, bouw je dus over die volledige periode vakantiegeld op.
Wat telt mee voor de berekening?
De 8% wordt berekend over je ‘brutoloon’. Maar wat valt daar nu precies onder? Het is meer dan alleen je basissalaris. De volgende componenten tellen mee:
- Je basissalaris
- Toeslagen voor overwerk (tenzij schriftelijk anders overeengekomen)
- Prestatiebonussen en provisies
- Onregelmatigheidstoeslagen (voor bijvoorbeeld avond- of weekendwerk)
- Doorbetaald loon tijdens ziekte of vakantie
Zaken die doorgaans niet meetellen voor de berekening van het vakantiegeld zijn bijvoorbeeld een eventuele winstuitkering, een eindejaarsuitkering (tenzij de cao anders bepaalt), onkostenvergoedingen (zoals reiskosten) en het vakantiegeld van het voorgaande jaar.
Een rekenvoorbeeld
Stel, je verdient € 3.000 bruto per maand. Je hebt geen overwerk of andere toeslagen gehad. De berekening is dan als volgt:
€ 3.000 (maandsalaris) x 12 (maanden) = € 36.000 (bruto jaarsalaris)
€ 36.000 x 8% = € 2.880 bruto vakantiegeld
Dit is het bedrag dat je werkgever voor jou heeft gereserveerd. Maar let op: dit is niet het bedrag dat je op je rekening gestort krijgt. En dat brengt ons bij een belangrijk en vaak frustrerend punt.
De Bruto-Netto Schok: Waarom houd ik zo weinig over?
Je hebt je loonstrook met het vakantiegeld ontvangen en je ziet dat prachtige bruto bedrag staan. Maar dan kijk je naar het nettobedrag onderaan de streep en slaat de schrik je om het hart. Waarom wordt er zoveel belasting ingehouden op je vakantiegeld? Word je extra zwaar belast?
Het korte antwoord is: nee, je wordt niet zwaarder belast, maar de belasting wordt anders berekend. Dit heeft alles te maken met het systeem van loonheffing in Nederland. Je normale salaris is een ‘reguliere beloning’, terwijl je vakantiegeld wordt gezien als een ‘bijzondere beloning’, net als een bonus of een dertiende maand.
Over deze bijzondere beloningen wordt belasting ingehouden volgens het ‘bijzonder tarief’. Dit is een vast percentage dat wordt bepaald op basis van je jaarsalaris van het voorgaande jaar. Het grote verschil met je normale salaris is dat er bij de berekening van de belasting over je vakantiegeld geen rekening wordt gehouden met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Dit zijn kortingen op de te betalen belasting waar je maandelijks al van profiteert via je salaris. Omdat deze kortingen niet nogmaals worden toegepast op je vakantiegeld, voelt het alsof er een veel grotere hap uit wordt genomen.
Het belastingpercentage voor het bijzonder tarief kan, afhankelijk van je inkomen in 2025, oplopen tot bijna 50%. Het is dus niet ongebruikelijk dat je van je bruto vakantiegeld slechts iets meer dan de helft netto overhoudt.
Geen paniek: het komt (meestal) goed!
Het is belangrijk om te onthouden dat de loonheffing slechts een voorheffing is. Bij je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting wordt alles op een rijtje gezet. Al je inkomsten van dat jaar worden bij elkaar opgeteld en daar wordt de definitieve belasting over berekend. De al ingehouden loonheffing (van zowel je salaris als je vakantiegeld) wordt daarvan afgetrokken. Het systeem van het bijzonder tarief is ontworpen om ervoor te zorgen dat je aan het einde van het jaar niet hoeft bij te betalen. Soms pakt het zelfs zo gunstig uit dat je nog wat geld terugkrijgt. De ‘pijn’ die je voelt in mei is dus vaak tijdelijk.
Opbouw en Uitbetaling in Speciale Situaties
Niet ieders carrière verloopt in een rechte lijn. Wat gebeurt er met je vakantiegeld als je van baan wisselt, ziek wordt of een uitkering ontvangt?
Nieuwe baan of uit dienst
Wanneer je uit dienst gaat bij een werkgever, hoef je niet te wachten tot mei voor je opgebouwde vakantiegeld. Dit wordt verrekend in de eindafrekening. Je werkgever is verplicht om binnen een maand na het einde van je contract al je openstaande tegoeden uit te betalen. Dit omvat je laatste salaris, niet-opgenomen vakantiedagen en het tot dan toe opgebouwde vakantiegeld.
Begin je bij een nieuwe werkgever? Dan begin je daar opnieuw met de opbouw. Dit betekent dat je in je eerste jaar bij je nieuwe baan in mei/juni waarschijnlijk nog geen volledig vakantiegeld ontvangt, maar alleen het deel dat je vanaf je indiensttreding hebt opgebouwd.
Ziekte (Ziektewet)
Ook als je langdurig ziek bent, gaat de opbouw van je vakantiegeld gewoon door. De wet stelt dat je recht hebt op minimaal 70% van je loon tijdens ziekte, en over dat doorbetaalde loon bouw je ook 8% vakantiebijslag op. Je werkgever betaalt dit gewoon uit op het gebruikelijke moment in mei of juni.
Werkloosheid (WW-uitkering)
Als je een WW-uitkering van het UWV ontvangt, bouw je ook vakantiegeld op. Dit is 8% van je bruto uitkering. Het UWV betaalt dit bedrag echter niet maandelijks uit, maar reserveert het voor je. Het totale opgebouwde bedrag wordt in de maand mei in één keer aan je overgemaakt. De exacte datum kun je vinden op de website van het UWV.
Pensioen (AOW)
Ook gepensioneerden met een AOW-uitkering ontvangen vakantiegeld. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) betaalt dit jaarlijks uit in de maand mei, tegelijk met de AOW-uitkering van die maand. De hoogte van dit bedrag is een vast bedrag en niet een percentage van de uitkering.
Parttime en oproepcontracten
Of je nu 40 uur per week werkt, 16 uur, of op een nulurencontract staat, het recht op vakantiegeld is hetzelfde. Je bouwt 8% op over elk uur dat je werkt en betaald krijgt. Bij parttimers is het bruto bedrag logischerwijs lager dan bij fulltimers, maar procentueel is het gelijk.
Afwijkende Afspraken: Mag het ook anders?
Hoewel de jaarlijkse uitbetaling in mei/juni de standaard is, zijn er situaties waarin het anders kan:
- Maandelijkse uitbetaling: Soms wordt ervoor gekozen om het vakantiegeld maandelijks uit te keren, bovenop het salaris. Dit moet dan wel expliciet in je arbeidsovereenkomst of cao staan. Het voordeel is een maandelijks hoger netto inkomen, het nadeel is dat je de grote ‘bonus’ in mei mist. Dit zie je vaak bij uitzendwerk en in sommige horeca-cao’s.
- All-in loon: Bij parttime contracten met een klein aantal uren of bij oproepkrachten wordt soms gewerkt met een all-in loon. Hierbij is de 8% vakantiebijslag (en vaak ook de waarde van vakantiedagen) al verwerkt in het uurloon. Dit moet duidelijk en apart op je loonstrook vermeld staan.
- Eerder laten uitbetalen: Stel, je wilt in februari op vakantie en kunt het geld goed gebruiken. Mag je je werkgever vragen om een voorschot? De werkgever is dit niet verplicht. Sommige bedrijven zijn hier flexibel in, andere houden strikt vast aan de jaarlijkse uitbetaling. Overleg is hierbij de enige optie.
En hoe zit het met ZZP’ers?
Als zelfstandige zonder personeel (ZZP’er) heb je geen werkgever die vakantiegeld voor je reserveert. Je bent je eigen baas en dus ook zelf verantwoordelijk voor het opbouwen van een potje voor je vakantie. Een veelgebruikte en verstandige methode is om dit zelf te simuleren. Zet van elke factuur die betaald wordt standaard 8% (of 10% voor de zekerheid) op een aparte spaarrekening. Zo bouw je gedurende het jaar een buffer op en kom je niet voor verrassingen te staan als je er even tussenuit wilt. Het vereist discipline, maar het geeft dezelfde rust als wanneer je in loondienst bent.
Wat als mijn werkgever niet betaalt?
Het vakantiegeld is een wettelijk recht. Een werkgever mag dit niet zomaar weigeren te betalen. Mocht het toch gebeuren dat het geld eind juni nog niet op je rekening staat, onderneem dan de volgende stappen:
- Spreek je werkgever aan: Begin met een vriendelijk gesprek. Misschien is er sprake van een misverstand of een administratieve fout.
- Stuur een schriftelijke herinnering: Als een gesprek niets oplevert, stuur dan een formele brief of e-mail waarin je je werkgever verzoekt om de vakantiebijslag alsnog binnen een redelijke termijn (bijv. 7 of 14 dagen) uit te betalen.
- Schakel juridische hulp in: Als ook een schriftelijk verzoek wordt genegeerd, is het tijd om juridische stappen te overwegen. Je kunt hiervoor terecht bij een rechtsbijstandsverzekering, het Juridisch Loket of een vakbond.
Wacht hier niet te lang mee. Hoe langer je wacht, hoe moeilijker het kan worden, zeker als het bedrijf in financiële problemen verkeert.
Conclusie: Goed geïnformeerd op vakantie
De uitbetaling van het vakantiegeld is voor de meeste Nederlanders een jaarlijks hoogtepunt dat plaatsvindt in mei of uiterlijk in juni. Het is een wettelijk vastgelegd recht van minimaal 8% van je brutosalaris, opgebouwd over het afgelopen jaar. Hoewel de hoge belastingheffing via het bijzonder tarief elk jaar voor een schok kan zorgen, is het belangrijk te onthouden dat dit een voorheffing is die in de jaarlijkse belastingaangifte wordt rechtgetrokken.
Door je contract en cao goed te controleren en je bewust te zijn van je rechten in speciale situaties, zoals bij ziekte of ontslag, kom je niet voor verrassingen te staan. En dan rest er nog maar één ding: genieten van dat extraatje en een welverdiende vakantie plannen!
