Elk jaar, rond eind oktober, vullen pompoenen met grijnzende gezichten de etalages, verschijnen er spookachtige decoraties en bereiden kinderen (en volwassenen!) zich voor op een avond vol griezelig plezier. Halloween is, ook in Nederland, een steeds bekender fenomeen. Maar waar komt dit feest, dat zo sterk geassocieerd wordt met spoken, heksen en trick-or-treat, eigenlijk vandaan? Het antwoord voert ons duizenden jaren terug in de tijd, naar de mistige landschappen van het oude Keltische Europa.
De Keltische Wortels: Samhain, het Feest van de Oogst en de Geesten
De oorsprong van Halloween ligt diep geworteld in het Keltische festival Samhain (uitgesproken als ‘sauw-in’ of ‘saa-win’). De Kelten, die zo’n 2000 jaar geleden leefden in het gebied dat nu Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Frankrijk omvat, vierden hun nieuwjaar op 1 november. Deze dag markeerde het einde van de zomer en de oogst, en het begin van de donkere, koude winter – een tijd die vaak werd geassocieerd met de dood.

Samhain werd gevierd in de nacht van 31 oktober op 1 november. De Kelten geloofden dat op deze specifieke nacht de grens tussen de wereld van de levenden en de wereld van de doden vervaagde. De geesten van de overledenen konden terugkeren naar de aarde. Dit was niet per se een negatief iets; het was ook een tijd om voorouders te eren en te herdenken. Men geloofde echter ook dat andere, mogelijk minder vriendelijke, geesten en bovennatuurlijke wezens zoals feeën (de Aos Sí) vrij spel hadden.
Om deze nacht door te komen, namen de Kelten verschillende maatregelen:
- Vreugdevuren (Bonfires): Druïden, de Keltische priesters, ontstaken enorme, heilige vreugdevuren. Mensen verzamelden zich rond deze vuren om gewassen en dieren te offeren aan de Keltische goden. Het vuur diende ook om de zonnegod te eren en te helpen de duisternis van de winter te overwinnen, en om kwade geesten af te weren. Men nam vaak sintels van het heilige vuur mee naar huis om de eigen haard opnieuw aan te steken, wat bescherming en geluk moest brengen.
- Kostuums en Maskers: Men droeg kostuums, vaak gemaakt van dierenhuiden en -koppen. Dit had een dubbel doel: enerzijds om de terugkerende geesten van voorouders te eren door hen na te bootsen, anderzijds om zichzelf te vermommen en zo boosaardige geesten te misleiden of af te schrikken. Als je er zelf uitzag als een geest, hoopte men met rust gelaten te worden.
- Voorspellingen: De aanwezigheid van de geesten en de onzekerheid van de naderende winter maakten Samhain ook een uitgelezen moment voor waarzeggerij en voorspellingen. Druïden en gewone mensen probeerden de toekomst te lezen, vaak met behulp van noten, appels of andere oogstproducten, om te zien wie het komende jaar zou trouwen, wie zou sterven, of hoe streng de winter zou worden.
- Feestmalen: Er werden grote feestmalen gehouden, waarbij vaak een plaats aan tafel werd vrijgehouden voor overleden familieleden, in de hoop hun gunst te winnen en hen welkom te heten. Delen van de oogst werden geofferd of achtergelaten voor de ronddolende geesten en feeën om hen gunstig te stemmen.
Romeinse Invloeden en Vroege Christendom
Rond 43 na Christus hadden de Romeinen een groot deel van het Keltische grondgebied veroverd. Gedurende de vierhonderd jaar van Romeinse heerschappij vermengden Keltische en Romeinse tradities zich. Twee Romeinse feesten van mogelijk belang zijn Feralia, een dag eind oktober waarop de Romeinen traditioneel hun doden herdachten, en een feest ter ere van Pomona, de Romeinse godin van fruit en bomen (wier symbool de appel was). Sommige historici suggereren dat deze Romeinse festivals elementen hebben toegevoegd aan de viering van Samhain, zoals het gebruik van appels in waarzeggerij (denk aan ‘apple bobbing’).
Belangrijker voor de transformatie van Samhain was echter de opkomst en verspreiding van het Christendom. In de 7e eeuw stelde Paus Bonifatius IV 13 mei in als ‘Allerheiligen’ (All Saints’ Day), een dag ter ere van alle christelijke heiligen en martelaren. Echter, in de 8e of 9e eeuw verplaatste Paus Gregorius III (of Gregorius IV, bronnen verschillen) deze feestdag naar 1 november. Het is zeer waarschijnlijk dat de Kerk deze datum koos in een poging om het heidense Samhain-festival te kerstenen of te vervangen door een christelijk alternatief. Het werd makkelijker om mensen te bekeren als bestaande feestdagen een nieuwe, christelijke betekenis kregen.
De avond vóór Allerheiligen, 31 oktober, werd bekend als ‘All Hallows’ Eve’ (Allerheiligenavond). ‘Hallow’ is een oud woord voor ‘heilige’. In de loop der tijd werd ‘All Hallows’ Eve’ verbasterd tot ‘Halloween’. De Kerk introduceerde later ook ‘Allerzielen’ (All Souls’ Day) op 2 november, een dag om te bidden voor de zielen van alle overleden gelovigen. Deze drie dagen samen – All Hallows’ Eve, All Saints’ Day, en All Souls’ Day – werden gezamenlijk bekend als ‘Allhallowtide’.
Ondanks de kerstening bleven veel van de oude Samhain-tradities bestaan, zij het soms in een aangepaste vorm. Het aansteken van vreugdevuren, het verkleden en het rondgaan langs huizen bleven populaire gebruiken in Ierland, Schotland en andere Keltische regio’s. Een traditie die opkwam was het ‘souling’, waarbij armen (vaak kinderen) van deur tot deur gingen op Allerzielen en baden voor de zielen van de overledenen in ruil voor ‘zielencakejes’ (soul cakes), kleine broodjes of cakejes. Dit wordt gezien als een voorloper van het moderne ’trick-or-treating’.
De Oversteek naar Amerika
De volgende grote stap in de evolutie van Halloween kwam met de massale emigratie van Ieren en Schotten naar Noord-Amerika, vooral tijdens de grote Ierse hongersnood in het midden van de 19e eeuw. Zij namen hun volksgebruiken en tradities mee, waaronder die rond All Hallows’ Eve.
In Amerika vermengden de tradities van verschillende Europese etnische groepen (waaronder de Engelsen, Duitsers en Afrikanen) zich met de Ierse en Schotse gebruiken. Aanvankelijk werd Halloween vooral gevierd binnen de immigrantengemeenschappen. Er werden ‘play parties’ georganiseerd, openbare evenementen om de oogst te vieren, waarbij buren verhalen deelden over de doden, elkaars toekomst voorspelden, dansten en zongen. Ook spookverhalen en kattenkwaad (mischief-making) waren onderdeel van de vieringen.
De Amerikaanse Transformatie: Van Ondeugd naar Trick-or-Treat
Tegen het einde van de 19e eeuw begon Halloween een meer seculier, gemeenschapsgericht feest te worden. Er was een beweging gaande om Halloween ‘beschaafder’ te maken en de focus te verleggen van geesten, hekserij en kattenkwaad naar buurtfeesten en bijeenkomsten voor jong en oud. Ouders werden aangemoedigd om alles wat ‘grotesk’ of ‘angstaanjagend’ was uit de Halloween-vieringen te weren.
Begin 20e eeuw waren Halloween-feesten voor zowel kinderen als volwassenen de normaalste manier om de dag te vieren. Deze feesten focusten op spelletjes, seizoensgebonden eten en feestelijke kostuums. Kranten en buurtorganisaties moedigden dit aan in een poging om vandalisme en baldadigheid, die rond Halloween vaak voorkwamen (‘Mischief Night’), in te dammen.
Tussen 1920 en 1950 herleefde echter het oude gebruik van het langs de deuren gaan, nu in de vorm van ’trick-or-treating’. Dit werd gezien als een relatief goedkope manier voor de hele gemeenschap om de Halloween-viering te delen. Gezinnen konden voorkomen dat er ’tricks’ (kattenkwaad) bij hen werden uitgehaald door de kinderen ’treats’ (snoep) te geven. Zo werd een potentieel ontwrichtende activiteit omgebogen tot iets georganiseerds en vriendelijks.
Ook andere typisch Amerikaanse Halloween-tradities ontwikkelden zich in deze periode:
- Jack-o’-Lanterns: Het uithollen en versieren van groenten was al een oude Keltische traditie, oorspronkelijk met rapen of bieten. Hierin werd een kaars geplaatst om geesten af te weren of om de zielen in het vagevuur te representeren. Ierse immigranten namen deze traditie mee naar Amerika, maar ontdekten dat de inheemse pompoen veel groter en makkelijker uit te hollen was. De naam ‘Jack-o’-lantern’ komt waarschijnlijk van een Ierse volkslegende over een man genaamd Stingy Jack, die de duivel te slim af was maar uiteindelijk noch in de hemel, noch in de hel werd toegelaten. Hij werd gedoemd om eeuwig rond te zwerven met alleen een brandend kooltje in een uitgeholde raap om zijn weg te verlichten.
- Commercie: Na de Tweede Wereldoorlog, met de babyboom, werd Halloween steeds meer gericht op kinderen. Trick-or-treating werd razend populair. Fabrikanten speelden hierop in door massaal kostuums, decoraties en snoep te produceren. Halloween groeide uit tot een van de grootste commerciële feestdagen in de Verenigde Staten, na Kerstmis.
Halloween Vandaag: Een Wereldwijd Fenomeen (ook in Nederland)
Vanaf de late 20e en vroege 21e eeuw begon de Amerikaanse versie van Halloween, sterk beïnvloed door films, televisieseries en populaire cultuur, zich over de wereld te verspreiden. Ook in Nederland zien we de invloed ervan toenemen.
Hoewel Nederland zijn eigen traditionele herfstfeest heeft op 11 november, Sint Maarten, waarbij kinderen met lampionnen langs de deuren gaan en liedjes zingen voor snoep, wint Halloween aan populariteit. Dit komt deels door commerciële belangen – winkels zien een kans om meer te verkopen – en deels door de aantrekkingskracht van het ‘griezelen’ en verkleden, vooral voor jongeren en jongvolwassenen.
De Nederlandse viering van Halloween is vaak een mengeling van Amerikaanse invloeden en lokale interpretaties. We zien:
- Halloweenfeesten: Zowel voor kinderen als volwassenen worden er steeds vaker Halloweenfeesten georganiseerd, thuis of in uitgaansgelegenheden, compleet met kostuums, decoraties en thematische hapjes.
- Trick-or-Treating: Hoewel lang niet zo wijdverbreid als in de VS, en soms in concurrentie met Sint Maarten, wordt trick-or-treating in sommige Nederlandse buurten steeds gebruikelijker.
- Pompoenen: Het uitsnijden van pompoenen is een populaire activiteit geworden, en de oranje vruchten sieren veel vensterbanken en deuropeningen eind oktober.
- Themaparken en Evenementen: Pretparken en andere evenementenlocaties organiseren speciale Halloween-avonden (‘Fright Nights’) die vaak gericht zijn op een ouder publiek en spelen met horror-elementen.
De opkomst van Halloween in Nederland is niet zonder discussie. Sommigen zien het als een leuke, onschuldige toevoeging aan de feestkalender, een kans voor creativiteit en plezier. Anderen bekritiseren de commercialisering en de Amerikaanse invloed, en vrezen dat het traditionele feesten zoals Sint Maarten verdringt. Er is ook kritiek vanuit religieuze hoek, die de focus op het macabere en occulte afkeurt.
Conclusie: Een Feest met Vele Gezichten
Waar komt Halloween vandaan? Het is een feest met een rijke en complexe geschiedenis die millennia omspant. Begonnen als het Keltische Samhain, een plechtige markering van het einde van de oogst en een moment waarop de sluier tussen werelden dun was, werd het beïnvloed door Romeinse gebruiken en getransformeerd door het Christendom tot All Hallows’ Eve. Meegenomen door immigranten naar Amerika, evolueerde het verder tot een seculier, gemeenschapsgericht en uiteindelijk sterk gecommercialiseerd feest van kostuums, snoep en griezelig plezier.
De versie van Halloween die we vandaag de dag in Nederland en vele andere delen van de wereld zien, is grotendeels een exportproduct van de Amerikaanse populaire cultuur. Maar onder de oppervlakte van plastic maskers en zakken snoep schuilen nog steeds de echo’s van oude Keltische rituelen, middeleeuwse christelijke tradities en de universele menselijke fascinatie met de dood, het bovennatuurlijke en de wisseling van de seizoenen. Halloween is een fascinerende smeltkroes van geschiedenis, cultuur en commercie – een feest dat voortdurend in beweging is en zich aanpast aan nieuwe tijden en plaatsen.